zaterdag 31 december 2011

the Year 2011 According to Magnum Photojournalism Photography

 Magnum

2011 in beeld

artikel artikel | Zaterdag 31-12-2011 | Sectie: Overig | Pagina: S01

Geen gewoon jaaroverzicht, maar een bloemlezing uit de collectie van 's werelds bekendste fotoagentschap, Magnum. NRC Weekend mocht een selectie maken van het werk van Magnum-fotografen uit 2011. Het jaar van Fukushima, van het kamermeisje en DSK, van William en Kate. En vooral: het jaar van de demonstrant.

Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.

 Chris Steele-Perkins

De wereld vanuit de breedhoek

Evert Hermans, Chef fotoredactie NRC Handelsblad
artikel artikel | Zaterdag 31-12-2011 | Sectie: Overig | Pagina: S02 | Evert Hermans
Er bestaat geen vergeten continent. Iedereen is fotogeniek.
De fotografen van agentschap Magnum zijn aanwezig bij het nieuws, maar ze hebben ook oog voor de kleine dingen. Er is grote liefde voor verdieping, maar evenveel aandacht voor het alledaagse. Van schooljeugd in Medellín tot grote conflicten in het Midden-Oosten. Rebellie en honger, maar ook huppelende kinderen en hoogbejaarde fotomodellen. Foto's van een verdwaalde toerist maar ook van grimmige wereldleiders. Geluk en verdriet, vaak op één en hetzelfde fotorolletje (en tegenwoordig misschien nog wel vaker op de geheugenkaart). Het agentschap fotografeert de wereld met een grote breedhoek.
De fotografen van Magnum stonden dit jaar vooraan om te kijken naar de Arabische lente, ze waren bij de hongersnood in Afrika maar ook op de mondaine skipistes van Sankt Moritz en (zoals op deze pagina's) prettoeristen in de Gobi-woestijn. Magnumfotografen richten hun lens op het leven.
Dat is eigenlijk net als de redacteuren van NRC Handelsblad, alleen hebben wij geen kantoor in Parijs, hartje Montmartre, in de schaduw van de Sacre-Coeur. Kronkelende straatjes brengen je tot aan de hoek van de rue Hégésippe Moreau en rue Ganneron. Het geurt er naar croissants en espresso. Een verdwaalde toerist passeert, op zoek naar de basiliek. Het voelt als wandelen door een oud fotoboek. In een uit rode baksteen opgetrokken pand, achter een metalen poort, huist het agentschap. Een cijfercode opent deze kluis van herinneringen, fotogetuigenissen in zwart-wit en kleur.
Dit is het grote fotoalbum van de naoorlogse wereld. De honderden boeken tegen de wand zijn de spiegel van ons leven. Hier wordt de wereld bewaard en bewaakt. In de lade van het jaar 2011 zit veel kommer, maar ook uitgelaten momenten. Ellende conflicten en heldendom.
De redactie van NRC Handelsblad biedt met plezier en trots de allerbeste foto's van het afgelopen jaar aan. Dit is niet zomaar een nieuwsjaaroverzicht; de lezer zal vergeefs zoeken naar grote nieuwsevenementen als de moordpartij van Anders Breivik in Noorwegen of nationale gebeurtenissen als de zaak van de Angolese jongen Mauro en de ruimtereis van André Kuipers. Deze pagina's zijn niet meer en niet minder dan een bloemlezing uit de donkere kamers vanMagnum 2011. Wij wensen de lezers veel kijkplezier.
Het agentschap Magnum is in 1947 opgericht door fotografen als Robert Capa en Henri Cartier-Bresson. Het idee was een agentschap te stichten als coöperatie van de aangesloten fotografen. En dat idee heeft tot de dag van vandaag standgehouden. In de 64 jaar van zijn bestaan sloten zich zeer uiteenlopende fotografen aan, zoals W. Eugene Smith, Raymond Depardon, Sebastião Salgado, Martin Parr, Carl De Keyzer. Gedragen door hun talent groeide Magnum uit tot het meest prestigieuze fotoagentschap ter wereld. Vanuit de vier kantoren die Magnum heeft - in New York, Parijs, Londen en Tokio - en een netwerk van agenten levert het bureau foto's aan pers, galerieën en musea. In Nederland wordt Magnum vertegenwoordigd door Hollandse Hoogte.
Info: Deze bijlage kwam tot stand met medewerking van Rosan Hollak, Eva de Valk, Maartje van Ours, Milly Lems en Clement Saccomani.
Foto-onderschrift: Chinese toeristen in een thema-pretpark in de Gobi-woestijn in Mongolië. Thema van het park: zand. Het Xiangshawang Desert Tourist Resort ligt aan de rand van de Gobi, vlak bij de stad Baotou. Aangemoedigd door het Chinese Fotografie Magazine komen toeristen hier om op quads of op kamelen door het mulle zand te rijden, om te vliegeren en zandkastelen te bouwen, om Mongoolse dansen en feesten te bewonderen, en vooral om van dat alles foto's te maken. 
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.

 Dominic Nahr

Martin Parr

 Dominic Nahr

 Thomas Dworzak

 Dominic Nahr

Tim Hetherington

April De laatste foto's van Tim Hetherington

artikel artikel | Zaterdag 31-12-2011 | Sectie: Overig | Pagina: S14
Een getalenteerd fotograaf, een bijzonder mens. Fotograaf Christopher Anderson, buurman van Tim Hetherington in New York, struikelt over zijn woorden als hij iets wil zeggen over de dood van zijn collega. Ik heb vooral een goede vriend verloren.
Op 20 april werd de Brits-Amerikaanse fotograaf samen met zijn collega Chris Hondros gedood bij een mortieraanslag in Libië. Anderson kreeg de spullen van de overleden fotograaf toegestuurd en zag als eerste de laatste beelden die zijn vriend maakte in de buurt van Misrata en Ajdabiya. Over die opnamen heeft Anderson zoveel mogelijk informatie verzameld van journalisten en fotografen die met Hetherington in Libië op pad waren.
Rond 11 april fotografeerde Hetherington in en rond Ajdabiya, vanaf 18 april was hij in de buurt van Misrata. Het beeld van het lijk in het mortuarium maakte Hetherington vermoedelijk in Misrata. Op de laatste foto die hij maakte, staat een Libische legerhelm met een kogelgat. Dat was luttele minuten voordat hij bij een mortieraanval om het leven kwam. Ook een zelfportret voor de spiegel zat bij de laatste beelden. Op verzoek van de nabestaanden heeft Anderson het archief bij fotoagentschap Magnum ondergebracht. Voor zijn overlijden was Tim daar al mee bezig. Ik vind het een troostende gedachte dat zijn wens in vervulling is gegaan. Foto's Tim Hetherington
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.

 Christopher Anderson

Mei Nafissatou Diallo, kamermeisje

artikel artikel | Zaterdag 31-12-2011 | Sectie: Overig | Pagina: S16
Nafissatou Diallo was het kamermeisje met wie voormalig IMF-topman Dominique Strauss-Kahn in het Sofitel van New York seks had. De van oorsprong Guinese Diallo diende een klacht in wegens aanranding. De arrestatie van de Fransman in mei werd wereldnieuws, zijn presidentiële aspiraties waren in één klap voorbij. Hoewel hij toegaf seks te hebben gehad met het meisje, ontkende hij dat het onvrijwillig was geweest. Het openbaar ministerie zag in augustus af van vervolging omdat het kamermeisje in haar verklaringen te veel gelogen had. Magnum-fotograaf Christopher Anderson was de eerste die haar na de affaire mocht portretteren.Foto Christopher Anderson
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.

 Christopher Anderson

Christopher Anderson

April Walsall

artikel artikel | Zaterdag 31-12-2011 | Sectie: Overig | Pagina: S22
Inwoners van Westbourne Street in het Walsall bekijken de bruiloft van William Windsor en Kate Middleton. Op 29 april trouwde de Britse kroonprins met zijn bruid en 28,4 miljoen landgenoten keken mee. Het koninklijk huwelijk was tevoren aangekondigd als een mega-evenement. Er werd voorspeld dat 2 miljard mensen wereldwijd de plechtigheid op televisie zouden bijwonen - in Nederland viel dat wel mee: 2,2 miljoen kijkers. In de dagen ervoor en erna werden souvenirs als koffiemokken en theeservies bij vele duizenden verkocht. Foto's Martin Parr
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.

2012 Narcissus

artikel artikel | Zaterdag 31-12-2011 | Sectie: Overig | Pagina: S22
Fotograaf Stuart Franklin heeft zich voor deze serie afgezonderd op het eiland Øtroya in Noorwegen. Ik heb geprobeerd te kijken naar wat ik om mij heen zag. Écht kijken, naar één plek, en die plek net zo lang op mij laten inwerken tot ik er een relatie mee kreeg. Telkens ontdekte ik nieuwe dingen. Ik ben intuïtief te werk gegaan, ik heb geprobeerd een emotionele band met de omgeving op te bouwen. De foto's gaan over de relatie van mensen met hun omgeving, de psyche van het landschap.
Ik sta in de traditie van het landschapsgenre, maar ik heb mij ervan geprobeerd los te maken. Dat is de basis van goede kunst: het moet ruimte openlaten, dubbelzinnigheid toestaan. Dat heb ik ontdekt op Øtroya : hoe meer je ontspant, des te gemakkelijker het is om ruimte open te laten.
Exposities van Stuart Franklin vinden plaats in 2012 in museum lesund in Noorwegen en in de galerie van Magnum in Parijs. Het boek Narcissus komt uit in de herfst van 2012 in een Engelse en Noorse editie. Foto Stuart Franklin
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.

Why Photojournalism must Get Modern by Martin Parr Magnum Photography


vrijdag 30 december 2011

Who looks at Sternfeld's work distrusts the eye Joel Sternfeld Color Photography

Joel Sternfeld - Color Photographs since 1970


16 December 2011 - 14 March 2012
In mid-December Foam will present the first major retrospective exhibition in the Netherlands of the work of  Joel Sternfeld (1944, New York), one of the pioneers of color photography. Foam will be showing more than one hundred photos from ten different series in an exhibition spanning two floors. A highlight is Sternfeld's early work from the 1970s, which has never been previously exhibited. A large selection from famed series such as American Prospects, the result of his legendary journey through the United States, and Stranger Passing will also be on show. A constant factor in his work is his native land America, its inhabitants and the traces left by people on the landscape. With a subtle feeling for irony and an exceptional feeling for color, Sternfeld offers us an image of daily life in America over the last three decades.
New Color Photography
Along with William Eggleston and Stephen Shore, Sternfeld saw to it that colour photography became a respected artistic medium in the 1970s. Until that time, colour was used widely in advertising and amateur photography, but was rarely seen in museums and galleries. Sternfeld was influenced by the color theory of the Bauhaus and by the work of William Eggleston, whose exhibition in MoMA in 1976 marked the official acceptance of colour photography in the art world.
Early Work
A typical 'street photographer' style can be recognized in Sternfeld's early and as yet unknown work, using a 35mm camera, to record everyday life in America. This work already contained the characteristics that made his later work so successful. In 1978, Joel Sternfeld began a long journey through the United States. For eight years he crisscrossed his homeland and recorded everything he encountered with his large-format camera. His investigation into the landscape and people moving within it resulted in the American Prospects series (1979-1983). In Stranger Passing (1987-2000) Sternfeld concentrated on people. He photographed them in an unambiguous way: from the same distance and looking directly into the camera. This series is a portrait of a society, comparable to the magnum opus of August Sander in the early twentieth century. Just as in American Prospect, there is evidence of a light absurdism as well as sympathy for those being portrayed.
The American Landscape
For the On This Site series (1993-1996), Sternfeld photographed urban and rural locations which were at first glance unremarkable. In the accompanying text, however, it becomes clear that these were the locations of 'crime passionnels', racial violence and stabbings. The photos thus acquire an entirely different connotation. In Sweet Earth(1993-2005) Sternfeld shows alternative lifestyles and communities which have arisen in America over the past two centuries. He travelled to the homes and communities of people that do not fit into conventional lifestyles and instead pursue another way of life. In Oxbow Archive (2005-2007) Sternfeld depicts the effects of the changing seasons on the landscape and how human behaviour influences nature.
Slide Show
With the projects Treading on Kings (2001), on the G8 conference in Genoa, and When It Changed (2005), on the climate conference in Montreal, Sternfeld's work is becoming more political and strident. These projects will be shown in slide shows.
Biography
Joel Sternfeld lives and works in New York. He has received a number of major awards during his career, such as the Citygroup Photography Prize (2004) and the Guggenheim Memorial Foundation Fellowship (1978 and 1982). The work of Joel Sternfeld has been shown in numerous solo and group exhibitions, including the Museum of Modern Art and Luhring Augustine  in New York. His work is included in major international collections such as the Folkwang Museum (Essen),  Fotomuseum Winterthur, The Metropolitan Museum of Art (New York), The Victoria and Albert Museum (London) and The Whitney Museum of American Art (New York). Since the start of his career, Sternfeld has considered photography books more important than exhibitions of his work. He has published eleven books in the past twenty years, which are now greatly sought after by collectors.


Wie naar Sternfelds werk kijkt wantrouwt het oog

Oeuvre van de Amerikaanse fotograaf Joel Sternfeld is surrealistisch, maar niet in scène gezet

Sandra Smallenburg
Recensie Recensie | Dinsdag 20-12-2011 | Sectie: Overig | Pagina: 18 | Sandra Smallenburg
Fotografie
Het is moeilijk het beeld van je netvlies te krijgen als je er eenmaal je oog op hebt laten vallen. Bij een groentestalletje in McLean, Virginia zoekt een brandweerman rustig een geschikte pompoen uit. Om hem heen liggen talloze overrijpe exemplaren, die mooi contrasteren met het groengele gras. Achter het kraampje wordt het oranje van de pompoenen geëchood in een uitslaande brand. Met man en macht probeert de brandweer daar een vrijstaand houten huis te redden van de ondergang.
Het contrast tussen die serene voorgrond en die hectische achtergrond is krankzinnig. Dit kan niet echt zijn, denk je onmiddellijk. Dit is vast gefotoshopt, of op zijn minst in scène gezet.
Dat gevoel van ongeloof overvalt je bij vrijwel alle beelden op de meesterlijke overzichtstentoonstelling van Joel Sternfeld (New York, 1944) in het Amsterdamse fotografiemuseum Foam. Zijn foto's zijn zo briljant gecomponeerd en zitten zo vol bizarre details dat je keer op keer je eigen ogen niet vertrouwt. Ligt daar echt een olifant in het midden van die tweebaansweg in Woodland, Washington? Is daar werkelijk een auto begraven in die ravijnwand in Rancho Mirage, Californië? En zie ik het goed dat achter die verhuiswagen in een gloednieuwe buitenwijk in Gresham, Oregon, tussen de zojuist uitgeladen spullen, een vrouw haar kind de borst geeft?
Joel Sternfeld hoort, samen met William Eggleston en Stephen Shore, tot de generatie Amerikaanse fotografen die in de jaren zeventig voor het eerst louter in kleur gingen werken. Beïnvloed door de kleurtheorieën van Bauhaus-kunstenaars als Johannes Itten en Josef Albers, richtte Sternfeld vanaf 1970 zijn kleinbeeldcamera op het alledaagse Amerikaanse leven om daar vervolgens de meest onalledaagse en ongerijmde taferelen uit te filteren. Later, vanaf 1979, kon hij dankzij een beurs van het Guggenheim Museum een technische camera kopen en jarenlang in zijn Volkswagen-busje kriskras door Amerika reizen. Het resulteerde in de serie American Prospects (1979-1983), een reeks duizelingwekkende tableaus die nog altijd het hoogtepunt van zijn oeuvre vormt.
Lopend langs die foto's snap je opeens waar kunstenaars als Jeff Wall of Gregory Crewdson hun inspiratie vandaan hebben gehaald. Ook zij hebben oog voor de surrealistische momenten uit het leven en leggen die vast in beelden die meer op schilderijen lijken dan op foto's. Het grote verschil is alleen dat zij hun foto's tot in de puntjes geregisseerd hebben, terwijl Sternfeld zijn scènes - echt waar - zo heeft vastgelegd als hij ze aantrof.
In Foam is veel ruimte voor het onbekende vroege werk van Sternfeld, die begin jaren zeventig, destijds zelf nog een twintiger, vooral veel feestende leeftijdgenoten portretteerde. Ook toen al had de fotograaf een feilloos oog voor detail, zo blijkt uit deze intieme foto's. Ze tonen roodverbrande schouders en oplichtende blonde haartjes op gebronsde benen. Ze zoomen in op een sixpack Budweiser dat geklemd zit tussen een ruitjesbroek en een aktetas, of op de poriën van een zwarte nek onder een glimmende hoed en een hawaïhemd.
Zijn leven lang heeft Sternfeld een voorkeur gehad voor freaks en anderszins prettig gestoorden. Hij ving hun getekende gezichten en hun gewatergolfde kapsels in de straten van de grote steden, terwijl ze zich naar hun werk haastten, te voet of in een fraaie Amerikaanse slee. Maar met de serie Stranger Passing (1987-2000), afgedrukt op enorme formaten fotopapier, plaatste hij deze anonieme Amerikanen pas echt op een voetstuk. De daklozen, de hippies, de boeren en de aerobicsleraressen - Sternfeld portretteerde ze ten voeten uit, zoals August Sander dat voor hem en Rineke Dijkstra dat na hem deed. Ze staan bevroren in hun dagelijkse omgeving, bij het tankstation of de supermarkt, naast een uitgeblust kampvuurtje of tussen de maïsoogst. En steeds staren ze ons doordringend aan; trots, zelfverzekerd, mooi.
In recentere series als Sweet Earth (1993-2005, over alternatieve woongemeenschappen) en When it Changed (2005, over de klimaatconferentie in Montreal) ontpopt Sternfeld zich steeds meer als een politiek geëngageerd fotograaf. Het zijn foto's die, hoewel vaak nog steeds spectaculair qua formaat, minder verbluffend zijn wat betreft onderwerp. Zijn uitgangspunt voor de serie Oxbow Archive (2005-2007) zou je zelfs uitgesproken saai kunnen noemen. Jaar in jaar uit en door de seizoenen heen legde hij hiervoor een koren- en aardappelveldje in East Meadows, Northampton vast om zo de klimaatverandering zichtbaar te maken. Het effect is uiteraard maar nauwelijks af te lezen aan de foto's, maar voor Sternfeld is zo'n aanleiding genoeg om er een visueel overdonderende serie van te maken.
Ligt daar echt een olifant in het midden van die snelweg?
Info: Joel Sternfeld: Color Photographs Since 1970. T/m 14 maart in Foam, Keizersgracht 609, Amsterdam. Inl.: foam.org *****
Foto-onderschrift: Joel Sternfeld, 'McLean, Virginia, December 1978' 
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.

zaterdag 24 december 2011

the Souvenir Photo Albums of the Dutch East Indies by Kurkdjian & Co Photo Studio Photography


Horseman in the Sand Sea at the foot of the smoking Bromo volcano.
- O. Kurkdjian & Co.


Idealised images of an idyllically beautiful East Indies at the Tropenmuseum

Wind-rushed palms on the beach, workers happy and relaxed in the paddy fields, a contented population under a scorching tropical sun; from 22 September 2011 to 15 January 2012 the Tropenmuseum presents Kurkdjian & Co Photo Studio (1888-1936). An exhibition of over a hundred photos depicting the Dutch East Indies as a tropical paradise; seductive and at the same time deceptive. At Ohannes Kurkdjian’s famous studio they left nothing to chance; in many cases the photographed scenes were entirely staged. The photos offer an opportunity to take a critical look at image of colonial life in the late nineteenth and early twentieth century and how this has been interpreted over the years.
Ohannes Kurkdjian, who founded the photo studio, was originally Armenian. He and his assistants and pupils photographed businesses and plantations for private customers, companies and government. Their autonomous work - photos of landscapes and major events such as the coronation celebrations in Surabaya in 1898 and the eruption of Kelud volcano (Java) in 1901 - became tremendously popular and gained a wide following; their pictures appeared in numerous publications and educational posters for schools and found their way into countless photo albums as a souvenir of a stay in the East Indies.
Meticulously structured images At Kurkdjian & Co they were expert at selecting, staging and manipulating. The meticulously constructed pictures present a world in which people worked hard, but without the blood, sweat and tears. The natives posing for the camera appear content and prosperous, yet also exotic and romantic. Life as colonial subjects seems to agree with them.
Exposure and reflectionThis exhibition provides an opportunity to reflect on this image of colonial society in the late nineteenth and early twentieth century and its interpretation over the years. By examining how Kurkdjian & Co manipulated reality and by looking critically at the way the pictures are composed - reflecting the traditions of nineteenth-century Romantic painting - the show offers a different perspective on this idyllic image of Dutch East Indies.
Kurkdjian & Co Photo StudioOriginally from Armenia, photographer Ohannes Kurkdjian (1851-1903) came to the East Indies in 1886 after travelling widely in Europe. In 1888, he opened a studio in Surabaya. It was a huge success. After Kurkdjian’s untimely death in 1903, his assistants and pupils kept the studio open. They and other photographers continued Kurkdjian’s perfectionist manner of photographing in which nothing appears to be left to chance. In a sense, he created his own school of photography with his staged depiction of colonial life.  His name continued to be linked to the flourishing studio in Surabaya until 1936. Photos sold by the studio can today be found in countless museums and private collections in the Netherlands and abroad.

Nederlandsch Indie fotoalbum (49)


Family portrait with drying coffee beans and a view towards the Batur volcano
- O. Kurkdjian & Co.

The coronation of Queen Wilhelmina during the parade in Surabaya on the occasion of the coronation celebrations of Queen Wilhelmina in 1898.
- O. Kurkdjian & Co.

Rice fields near Yogyakarta, at the foot of the volcanoes Merapi and Merbabu. Left: a farmer who carries a plow on his shoulders, in the middle: cattle crossing a ditch / cooling of in the ditch.
- O. Kurkdjian & Co.

Transport of harvested sugar cane by ox-wagons at the sugar factory Ketegan. Soerabaja.
- O. Kurkdjian & Co.

Waringin trees at the alun-alun in Yogyakarta.
- O. Kurkdjian & Co.



the Souvenir Photo Albums of the Dutch East Indies by Kurkdjian & Co Photo Studio Photography


Horseman in the Sand Sea at the foot of the smoking Bromo volcano.
- O. Kurkdjian & Co.


Idealised images of an idyllically beautiful East Indies at the Tropenmuseum

Wind-rushed palms on the beach, workers happy and relaxed in the paddy fields, a contented population under a scorching tropical sun; from 22 September 2011 to 15 January 2012 the Tropenmuseum presents Kurkdjian & Co Photo Studio (1888-1936). An exhibition of over a hundred photos depicting the Dutch East Indies as a tropical paradise; seductive and at the same time deceptive. At Ohannes Kurkdjian’s famous studio they left nothing to chance; in many cases the photographed scenes were entirely staged. The photos offer an opportunity to take a critical look at image of colonial life in the late nineteenth and early twentieth century and how this has been interpreted over the years.
Ohannes Kurkdjian, who founded the photo studio, was originally Armenian. He and his assistants and pupils photographed businesses and plantations for private customers, companies and government. Their autonomous work - photos of landscapes and major events such as the coronation celebrations in Surabaya in 1898 and the eruption of Kelud volcano (Java) in 1901 - became tremendously popular and gained a wide following; their pictures appeared in numerous publications and educational posters for schools and found their way into countless photo albums as a souvenir of a stay in the East Indies.
Meticulously structured images At Kurkdjian & Co they were expert at selecting, staging and manipulating. The meticulously constructed pictures present a world in which people worked hard, but without the blood, sweat and tears. The natives posing for the camera appear content and prosperous, yet also exotic and romantic. Life as colonial subjects seems to agree with them.
Exposure and reflectionThis exhibition provides an opportunity to reflect on this image of colonial society in the late nineteenth and early twentieth century and its interpretation over the years. By examining how Kurkdjian & Co manipulated reality and by looking critically at the way the pictures are composed - reflecting the traditions of nineteenth-century Romantic painting - the show offers a different perspective on this idyllic image of Dutch East Indies.
Kurkdjian & Co Photo StudioOriginally from Armenia, photographer Ohannes Kurkdjian (1851-1903) came to the East Indies in 1886 after travelling widely in Europe. In 1888, he opened a studio in Surabaya. It was a huge success. After Kurkdjian’s untimely death in 1903, his assistants and pupils kept the studio open. They and other photographers continued Kurkdjian’s perfectionist manner of photographing in which nothing appears to be left to chance. In a sense, he created his own school of photography with his staged depiction of colonial life.  His name continued to be linked to the flourishing studio in Surabaya until 1936. Photos sold by the studio can today be found in countless museums and private collections in the Netherlands and abroad.

Nederlandsch Indie fotoalbum (49)


Family portrait with drying coffee beans and a view towards the Batur volcano
- O. Kurkdjian & Co.

The coronation of Queen Wilhelmina during the parade in Surabaya on the occasion of the coronation celebrations of Queen Wilhelmina in 1898.
- O. Kurkdjian & Co.

Rice fields near Yogyakarta, at the foot of the volcanoes Merapi and Merbabu. Left: a farmer who carries a plow on his shoulders, in the middle: cattle crossing a ditch / cooling of in the ditch.
- O. Kurkdjian & Co.

Transport of harvested sugar cane by ox-wagons at the sugar factory Ketegan. Soerabaja.
- O. Kurkdjian & Co.

Waringin trees at the alun-alun in Yogyakarta.
- O. Kurkdjian & Co.



vrijdag 23 december 2011

Can Photo Albums survive the digital age? Album of the years: Photographic Memory Verna Posever Curtis


Album of the years: can photo albums survive the digital age?

An evocative survey of photo albums captures the history of American photography – and asks whether we'll ever impose order on our sprawling digital collections

Photographic Memory: The Album in the Age of Photography View larger picture
Compiled by Beatrice Banning Ayer Patton; photographed by George S Patton Jr from second world war albums, 1941-1947 ... taken from Photographic Memory: The Album in the Age of Photography. Photograph: Aperture/Library of Congress
"When you hold a photo album, you sense that you are in possession of something unique, intimate, and meant to be saved for a long time," writes Verna Posever Curtis in the introductory essay to Photographic Memory: The Album in the Age of Photography. "As you turn the pages and look at the images, you imbibe the maker's experience, invoking your imagination and prompting personal memories."
I've been wondering about this reflection ever since I first read it a few weeks ago, mainly because this is not what the photographic album – save for my own or my family's altogether more haphazard collections of images – evokes in me. When I see a photographic album, the first thing I think of is order: a disciplined mind; a systematic approach; a rigour that is altogether not my own; that is, in fact, the opposite of my more scattergun approach to images and memories. Indeed, I often feel there is something lifeless about the carefully composed photographic album that may be to do with the editing process: the elimination of the random, the accidental, the blurred and the botched photograph.
If truth be told, my imagination and personal memories are more likely to be evoked if I trawl though an old box of anonymous family photographs, those piles of fading, crumpled, almost discarded things that end up in car boot sales and flea markets and remind us that most lives go unmarked and unremembered save for these unmoored images that have floated free for their context and thus are imbued with a quiet but resonant sense of mystery.
Then again, I am not a curator and Curtis is. She oversees the photography and print collection at the Library of Congress and has trawled the archives there for her book selection. As its title suggests, the albums on display in Photographic Memory: The Album in the Age of Photography are no ordinary volumes. They are, in fact, a kind of potted history of mainly American photography. The albums are arranged under loose headings: Souvenirs and Mementos; Presentations; Documents; Memoirs; and, perhaps most intriguingly, Creative Process. They range in style and subject matter from Edward H Harriman's documentation of a scientific study carried out in Alaska in 1899 at the height of the gold rush to an extensive family album complied by the photographer and film-maker Danny Lyon in 2008 and 2009.
In between, there are albums compiled by explorers, historians and anthropologists as well as celebrity photographer Phil Stearn, musicologist Alan Lomax, Nazi propagandist Leni Riefenstahl, and several other well-known image makers such as Walker Evans, W Eugene Smith and Jim Goldberg. The book shows how technology - and, in particular, the coming of the instamatic and the Polaroid - impinged on the style and the function of the photo album, often allowing photographers to use them as a kind of prototype for the more stylised photography book that would inevitably follow. It traces, too, how the photo album has moved from being a historical record, whether of an Alaskan exploration or a celebration of the Hitler Youth movement or even a party held for President Kennedy by Frank Sinatra, to a kind of artist's book through which, as is the case with Duane Michals or Goldberg, we are given access to a creative diary or a glimpse of the way an artist works.
Photographic Memory: The Album in the Age of Photography is also perhaps an elegy for the photo album. Many of the albums included here are testaments to the art and craft of personalised book-making, one-offs that seem almost anachronistic in the age of the download and the hard drive. If the photography book is currently thriving as a medium, the old-fashioned photo album does seem very much a thing of the past.
And yet for all that, as Curtis puts it, "many people desire a physical object that can be held, paged through again and again, and shown to others". For that very reason, the photo album has given way to the self-published photobook, an online publishing phenomenon that means you or I can create our own album using preordained templates and printed from digital files. (I have addressed the self-publishing phenomenon here.) The photobook, though, is not really the equivalent of the photo album: rather than a painstakingly compiled one-off, it can be reproduced to order and it is often wilfully non-crafted in the manner of a lo-fi musical recording.
"It is difficult," writes Curtis, "to predict whether people will be fully satisfied with the textural uniformity of these manufactured books comprised of digital images made on demand through a commercial service."
Using the artist/book maker Paolo Ventura as an example, Curtis is optimistic that the photo album will survive in some form or another. Ventura makes small-scale created tableaux using tiny models which he then photographs and incorporates into his large-scale art works. He records every stage of his very postmodern creative process in a series of old-fashioned, hand-crafted albums. "In the end," concludes Curtis, "an abiding desire to tell a story with photographs will keep some form of album-making alive." Despite my hopeless aversion to order, I hope she is right.

A Closer Look -- Photographic Memory by Photo-Eye

Photographic Memory -- Edited by Verna Posever Curtis

New from Aperture, Photographic Memory: The Album in the Age of Photography, edited by Verna Posever Curtis, is a look into the art of the photo album. Culled from the vast collection of albums in the archives of the Library of Congress, Photographic Memory organizes the 24 featured albums into five categories, Souvenirs & Mementos, Presentations, Documents, Memoirs, Creative Process. The book opens with an essay on the history of the photo album and includes texts on the status of the album in the digital age, the preservation of these precious objects, notes and an index. Each album presentation opens with a photograph of the closed book facing the story of the album and its compiler and how it came to be in the collection of the Library of Congress. The types of albums contained within run the gamut: political mementos from US campaigns, Nazi propaganda, precursors to landmarks in the history of photobooks like Let Us Now Praise Famous Men and notebooks complied from the photographs of Dorothea Lange, documents of expeditions, the personal war album of General Patton, family albums and even a collection of photographs of beautiful, sleek and eerie looking airships.
from Photographic Memory
 The cohesion of this collection is found in the wonderful manner in which the albums are presented. Photographing the books as a whole, the images show full page spreads, allowing the albums to lay open as they would if viewed on a table. Page layouts vary -- some featuring a grid of images while others align the seam of the album with the gutter of the book, making them feel even more alive. This technique has also been employed with much success by the Books on Books series, and is the ideal way to communicate the object beyond the images.Photographic Memory celebrates some of the most resonate qualities of these constructions -- the hand of the maker in the album and the shear physicality of the object. Shown in this manner, the albums appear more tactile and personal, full of handwritten captions, notes and illustrations, discoloration and foxing, photocorners, paper clips and a variety of bindings in an array of conditions. 

from Photographic Memory
Some of my personal favorites -- the handwritten narration and illustrations accompanying George F. Nelson's Alaska; the gorgeous detail work and ornamentation in Jean Anthony Varicle's Sketches of the Northland, including the handmade caribou skin cover, complete with magnificent hand lettered titles and bark and real gold embellishments; the stunning and personal family album of Danny Lyons, innovative in its design and reproduced here with the handwritten captions just large enough to be readable; the beautiful images from the private album of Max Waldman called Color Town; the tiny contact prints that make up the almost haphazardly arrangement of images in Alan Lomax's Spanish Photo Notebooks, his first real effort to visually document his historic field-recording trips. Though Photographic Memory only shows a few pages from each of these fascinating volumes, it is a book that encourages return viewings. I would imagine that a number of the albums in this book could do well as full reproductions, and makes the case for the album to be considered a unique genre of book art.

See also 

Photoalbums from the Dutch East Indies Herinneringen in beeld Photography