donderdag 23 mei 2013

(Dutch) Landscape of Plenty Architecture Korrie Besems Photography


A visit to Batavia Stad gave rise to the initial impulse for the recent photographic project of Korrie Besems (Den Hout, 1961). This outlet shopping center in Lelystad has the appearance of an ‘age-old’ fortified town. Even cannons were incorporated into the theme: not to scare off the enemy, but to attract potential shoppers. Intrigued by this ‘leisure architecture’, Besems made it her subject and broadened the scope of her research to include all of the Netherlands. The photographs that she produced between June 2010 and October 2011—vacation resorts, golf courses, modern-day castles, shopping malls and retail parks—have now been compiled in the publication Landscape of Plenty. Her exhibition in the project space of Museum De Pont marks this occasion.

On her website Korrie Besems sums up the demand for Landscape of Plenty in a terse manner: ‘Leisure time is no longer time in which you can opt to do “nothing”; it’s time for experiencing “something”.’ In her series of photographs she then shows just how eager the leisure industry is to capitalize on that desire. Thematic leisure landscapes can be found throughout the Netherlands and range from playful wigwam parks, picturesque vacation villages in the ‘old Dutch’ style, to rolling green golf courses on landfill sites.

Besems has long been concerned with the transformation of the Netherlands, a densely populated country, and has also dealt with the issue of how those changes relate to the character and the specific qualities of the original landscape.Landscape of Plenty can be seen as a sequel to her 2009 publication, A Contrived Past. Here she focused on neo-traditionalism in urban development, which has spread like wildfire since the 1990s and has given many new neighborhoods ‘the atmosphere of then with the comfort of now’.

In the photographic project now on view, she lets us see how this trend also manifests itself – perhaps in an even more extreme way – in recreational places. This is done with the sobriety of a documentary. Nowhere do emphatic stagings or formal interventions distract us from the content of the image. The razor-sharp photographs come across as meticulous registrations of landscape-related situations at specific moments. In these leisure landscapes, created by and for people, man himself plays a strikingly subordinate role. With Besems you won’t see tourists enjoying themselves, as in folders and on websites that visually promote the attractiveness of such places; nor, for that matter, their bored opposites who figure so shockingly in the photographs of Martin Parr. Korrie Besems concentrates on the situation contained in the landscape and, in doing this, often opts for a distant view. Rather than zooming in and focusing, she literally takes a step back in her photographs. This is how she reveals that which, for the sake of the credibility of the place, could best have been left out. Not only are we looking at nostalgic facades, but also at the off-key bench and the waste bin with its blousing liner, standing in the flowerbed in front of the vacation homes. Not only at the little Saxon farmhouses, but also at the bouncy pink plastic dinosaur standing on a worn patch of grass.

Visual rhyme and humor prove to be another effective means for making the friction between different realities palpable. In the photograph of the Inntel hotel in Zaandam, the bicycle racks in the foreground take on a surprising relationship with the hotel’s form of stacked Zaandam houses. Her photograph of beach resort Makkum shows a deserted traffic circle. Two lone joggers are the only vacationers to be found on the road. They’re doing their lap around the obstacle erected with basalt blocks and crowned with three boulders. In Besems’s photographs, reality is constantly undermining the illusion. The unemphatic way in which this happens is, oddly enough, the visual strength of the series. Landscape of Plenty holds a great deal to discover which surprises us visually, but provokes thought as well.

Nederlands nieuwe pretomgeving

Tracy Metz
artikel artikel | Donderdag 23-05-2013 | Sectie: Cultureel Supplement | Pagina: NH_NL04_008 | Tracy Metz

In Tilburg toont Korrie Besems haar fotoserie Luilekkerlandschap. Ze brengt de architectuur van de Nederlandse vrijetijdsindustrie in beeld. Pretparkwonen en gewoon wonen vloeien in elkaar over.

Het ziet er niet bepaald gezellig uit in de vakantieparken, shopping outlets en andere vrijetijdsoorden die Korrie Besems heeft bezocht voor Luilekkerlandschap, haar nieuwe boek en tentoonstelling in Museum De Pont in Tilburg. Ja, de zon schijnt en de lucht is vaak staalblauw, maar er lopen hooguit een paar mensen rond en het voelt er in alle opzichten koud en leeg aan. Gaan we hier echt voor ons plezier, en soms ook nog tegen betaling, naar toe? En wat zoeken we daar?
Al sinds eind jaren negentig houdt Besems (52) zich bezig met het in beeld verslag doen van neo-Nederland. Postmodernisme, neotraditionalisme - oud is het nieuwe nieuw. Haar vorige project, Verzonnen verleden (2009), ging over het thematiseren van de woonarchitectuur en de stedenbouw. Overal in het land schieten de nep-jarendertighuizen uit de grond, net als de burchten, kastelen, ru�nes en vierkante notariswoningen. De vormgeving en stijl staan helemaal los van de plek waar de huizen staan. Pastelkleurige vissershuizen in Houten, bij Utrecht? Grachtenpanden in een Brabants weiland? Geeft niets, gezellig toch?
Na een bezoek aan Batavia Stad, het outletcentrum aan de rand van Lelystad dat als een VOC-fort is vormgegeven, raakte Besems ge�ntrigeerd door de manier waarop deze trend ook in vrijetijdsattracties is overgenomen. In het boek, dat als een fotoalbum met ringband is vormgegeven, blader je langs de gepotdekselde houten huisjes in de nieuwe 'wijk' van de Efteling, Bosrijk, of de golfbaan die onderdeel is van de kastelen in de vinexwijk Haverleij bij Den Bosch. Langs de straten met 'Zaanse huisjes' van het vernieuwde centrum van Zaandam en de Amerikaans aandoende veranda's en witte houten hekjes van het Zeeuwse vakantiepark Aquadelta. Het is allemaal in gelijke mate even knus als vervreemdend.
Vrije tijd is niet meer de tijd waarin je 'niets hoeft', maar waarin je 'beleeft', zegt Besems in haar werkruimte in een broedplaats in het westelijke havengebied van Amsterdam. De manier waarop de geschiedenis als makkelijk te hanteren verkoopargument wordt gebruikt - het liet me niet los. De grachtenwoningen van Brandevoort, een wijk in Helmond, zijn kennelijk een soort tapijt dat je onbeperkt kunt uitrollen. In haar inleiding schrijft ze daarover: In de vrijetijdsindustrie is elk denkbaar thema geoorloofd. Dat het oorspronkelijke landschap moet wijken, doet er kennelijk niet toe.
Nee, zegt ze desgevraagd, dat is geen boosheid, maar verwondering. Toch wordt uit haar foto's, naarmate je er meer van ziet, duidelijk waar ze zelf staat. Ze blijft voor het grootste deel aan de buitenkant van die enclaves, wat letterlijk en figuurlijk de afstand vergroot. Bovendien heeft ze gefotografeerd op het moment dat er maar een paar mensen in beeld zijn. Een beetje manipuleren doe ik wel, gaf ze deze week toe tijdens de presentatie van haar project in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam. Mensen kijken vooral naar andere mensen, ook op foto's. Als er te veel mensen op staan, dan neem je deze wonderlijke omgevingen niet meer goed waar. Mijn onderwerp is vooral het landschap en de veranderingen daarin.
Nieuwe landschappen
De thematisering maakt deel uit van de slag om onze koopkracht, constateert hoogleraar vrijetijdsstudies in Tilburg, Hans Mommaas, op de bijeenkomst in De Zwijger. Het zijn uitvergrote beelden van een monomane verveling, zegt hij, van een wysiwyg-architectuur: what you see is what you get, en meer ook niet. Ja, de nieuwe economie van de vrije tijd brengt nieuwe landschappen met zich mee. En nee, we hebben ons in de ruimtelijke ordening hiervan onvoldoende rekening gegeven.
In zijn essay in Luilekkerlandschap kan schrijver en filmmaker Peter Delpeut zijn verbazing nauwelijks de baas. Na een bezoek aan Disneyland had hij moeten constateren dat de glamour van Disney het met gemak won van het armoedige, stoffige landschap van de 'echte' wereld daarbuiten. Wat in Florida kon, blijkt in Nederland ook te kunnen, schrijft hij. Ingrijpender zelfs, want waar in Florida nauwelijks schade werd aangericht aan een eeuwoud cultuurlandschap, heeft de invasie van fantasielandschappen in Nederland het karakter van een complete make-over. De nostalgie is geen ge�soleerd fenomeen, maar een uitvloeisel van het verlangen naar een geschiedenisloze wereld waarin fantasie het hoogste woord voert.
Hans Mommaas zit er niet zo mee. Vrijetijdslandschappen zijn altijd oorden geweest waar je vrij kon experimenteren, zegt hij. Mensen die vakantie vieren in een wigwam of een sprookjeshuis weten heus wel dat het een tijdelijk spel is. Bovendien kan een vrijetijdsfunctie een verbetering zijn, zoals de vuilnisbelt die tot groen recreatiegebied wordt getransformeerd.
De invloed van de vrijetijdsindustrie, zowel economisch als ruimtelijk, is zo groot, dat we die maar beter kunnen aanwenden om op andere fronten het landschap te verbeteren. Als voorbeeld noemt hij het vakantiepark Bosrijk van de Efteling. Dat mocht pas worden gebouwd na lange onderhandelingen met de Brabantse natuurbescherming en concrete afspraken over de bijdrage van de Efteling aan herstel van de zandgronden. Laten we ons richten op dat gemeenschappelijke belang. Naarmate het platteland steeds dunner wordt bevolkt, moeten we op zoek naar nieuwe economische dragers voor de natuur.
Kunstmatig en authentiek
De opvallendste trend die Verzonnen verleden en Luilekkerlandschap samen onomstotelijk bewijzen, vindt Mommaas het in elkaar overvloeien van de 'gewone' woonomgeving en de gestileerde pretomgevingen. De binnensteden worden immers ook steeds meer pretparken, nieuwe buitenwijken worden aangekleed als oude binnensteden. De tegenstelling tussen het kunstmatige en het authentieke wordt steeds minder houdbaar. De landschappen vanKorrie Besems zijn geen uitzondering meer. De geschiedenis als grabbelton: het gebeurt, de fotograaf laat het zien en laat het aan de kijker over om daar iets van te vinden. Wie ben ik om te zeggen: dit is niet goed? vraagt Besems retorisch. Het zegt wel iets over wie we nu zijn en over de tijdgeest. Die in kernachtige beelden vastleggen, dat is mijn bescheiden ambitie. De uitdaging is om in gelaagde beelden de essentie van een plek of landschap te vangen zodat je niet in ��n blik klaar bent.
Geschiedenis is een makkelijk verkoopargument geworden
Info: Korrie Besems: 'Luilekkerlandschap'. T/m 14 juli in museum De Pont, Tilburg. Inl: www.depont.nl. Boek: www.99uitgevers.nl, euro25.
Foto-onderschrift: Blauwestad, Oldambt, 2010 Efteling Bosrijk, vakantiepark, Kaatsheuvel, 2010 Aquadelta, vakantiepark, Bruinisse, 2011
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.






Geen opmerkingen: