zondag 8 januari 2017

Views & Reviews Randstad Ahrend Bijenkorf Ben Bos Company Graphic Design


Tributes to Ben Bos (1930–2017) by Tony Brook and Adrian Shaughnessy
Words by Tony Brook and Adrian Shaughnessy, Thursday 05 January 2017

Andrew G Hobbs: Ben Bos portrait

Ben Bos, the influential Dutch graphic designer and key member of pioneering firm Total Design for 28 years, has died aged 86. In celebration of his career and lasting impact on graphic design history, Tony Brook and Adrian Shaughnessy have written tributes to the designer, with whom they collaborated on a book about Total Design in 2011, for Unit Editions.

Ben Bos: an appreciation, by Tony Brook

I was introduced to Ben Bos through Wim Crouwel. I had seen Ben’s fabulous book ‘Design of a lifetime’ published by BIS in the Spin studio and was blown away by his work. On a visit to Amsterdam with Warren Beeby, I asked Wim if it might be possible to meet Ben, he pulled out his mobile phone (a surprise in itself, though I’m not sure why) and 30 seconds later I had an appointment.

I confess, I was daunted, however the welcome from Ben and his wife Elly was so incredibly warm and effusive that any nerves soon evaporated. They asked to see Spin’s work, their response was unadulterated enthusiasm accompanied by (frankly embarrassing) praise, if he approved of you and your work, he could be the most generous and warm hearted of men.

Ben was not always the easiest of people, he could be seen as awkward on occasion, I think this was down to his innate sensitivity, he was someone who felt very deeply, and was compelled to tell the truth as he saw it. It might be seen as a fault by some, but I think it made him invigorating company. He was an intensely passionate and engaged man who lived his life fully in the moment. Not a second seemed wasted for him.

A gifted writer, Ben possessed an encyclopaedic knowledge of graphic design history and made good use of it. He was that rare individual, a talented practitioner and a natural communicator. I would like to think that the Total Design book is a worthy testament to his talent. We were all privileged to have worked with him and shall miss him.

Finally, the picture I have etched in my minds eye when I think of Ben, is of him laughing, his joy was infectious. For someone who could be so serious and earnest, he had a surprisingly mischievous sense of fun which was a complete delight to behold. His shoulders hunched and shaking uncontrollably, he would explode in rapturous delight. Sparky and sparkling, he was one of those special people that, once met, is never forgotten.

Working with Ben Bos, by Adrian Shaughnessy

When we first started to think about Unit Editions, and the sorts of books we’d like to publish, a book on Total Design was high on our wish list. As he explains in a related post, Tony Brook already knew Ben Bos, so it was an easy question to ask – would Ben like to write a book for us on Total Design? The answer was yes.

TD 63—73: Total Design and its Pioneering Role in Graphic Design. An insider’s View by Ben Bos, to give it its full title, became our third publication. It sold remarkably well, selling out within year. But more importantly, it enabled us to discover that there was an audience for books on 20th century design history. Without the success of TD 63—73, Unit Editions might not be here today. And for this, we will always be grateful to Ben.

The book is a rarity in the literature of design. It is written by a practitioner, and yet has the critical and historical underpinning that only a few designers are capable of. In fact, Ben started life as a writer and editor, but under the spell of his hero and early mentor, Wim Crouwel, he underwent a conversion, and became a designer.

Working with him on TD 63—73 was demanding. But he was as demanding of himself as he was of others – and he was never willing to take the easy route. He and his wife Elly came to London, from their home in Amsterdam, and worked with us on the complex task of editing and designing a 320pp book. Facts were checked, pictures were captioned and text was rewritten. Ben never flagged.

He was capable of great charm and personal generosity, but he could also be prickly, and he could be stubborn over details that the rest of us thought unimportant. Sometimes, as his editor, I had to stop him restaging ancient feuds, the memory and scars of which he had carried around for 50 years. But it was never petty stuff. His disputes and disagreements with people were always about matters of principle.

He was ethical, cultured and politically engaged – a man of the left. But most of all, he was the keeper of the soul of Total Design, the company to which he had devoted the best years of his life. In TD 63–73, and in the expanded edition that we published in 2015, he brought an insider’s eye to the golden era of TD.

He was also a great designer, disciplined and rational in the neo-modernist manner. Many of his logos – most notably the Randstad logo – have long since passed into the European design canon. He was a witty speaker at conferences. And in his various books, most notably the two books he did for us, his monograph Design of a Lifetime_, and his magnificent history of AGI (_AGI: Graphic Design Since 1950, written with Elly) he has added to design scholarship in a unique and idiosyncratic way.

Here you can read an extract from TD 63–73 , written by Ben Bos, which we published earlier this year.





www.uniteditions.com

Words by Tony Brook and Adrian Shaughnessy, Thursday 05 January 2017


Serieuze ontwerper trad niet graag op de voorgrond
Ben Bos (1930-2017) Grafisch ontwerper Ben Bos ontwierp de huisstijl van Randstad. Ook het Lux et libertas-logo van NRC bedacht hij in 1970.
Arjen Ribbens
6 januari 2017

Portret Ben Bos, datum onbekend. Het logo voor uitzendbureau Randstad uit 1967. Brochure uit 1977 van organisatieadviesbureau Twijntstra Gudde.
Beeld Nederlands Archief Grafisch Ontwerpers (NAGO) 

De laatste jaren manifesteerde Ben Bos zich als een schrijver van vileine ingezonden brieven. De 3 januari op 86-jarige leeftijd overleden grafisch ontwerper maakte zich druk over zulke uiteenlopende onderwerpen als SUV’s en de geringe beloning voor de gouden tip naar de dader van de moord op Els Borst.

Bos verwoordde zijn venijn op geestige wijze. Toen Jan Bennink, topman bij Douwe Egberts, in een interview met de Volkskrant liet weten de verpakking van zijn Senseo-pads maar niks te vinden, reageerde Bos met: „De ‘slappe’ verpakking van dit nep-espresso product is gewoon een zuivere afspiegeling van het troosteloze bakkie, meneer Bennink.”

Bos had verstand van huisstijlen. In dienst van het markante bureau Total Design werkte hij decennialang als ontwerper voor bedrijven als kantoorinrichter Ahrend, Randstad en Schiphol. Toch traden zijn collega’s Wim Crouwel en Anthon Beeke meer op de voorgrond.

„Ben glansde minder”, zegt oud-collega Paul Mijksenaar. Hij noemt Bos een serieuze, zeer gemotiveerde werker, die zich soms kon opwinden over pietluttigheden. „Ik herinner me dat hij als directeur van Total Design een missive op het prikbord hing, dat het niet de bedoeling was dat we in de kantine het beleg drie lagen dik op onze boterhammen deden.”

Alleraardigste man

Krantenontwerper Koos Staal kwam in 1973 als stagiair bij Total Design werken. De Groningse student keek huizenhoog tegen Bos op, maar toen hij zich op zijn eerste werkdag veel te vroeg meldde, leidde directeur Bos hem drie kwartier rond. „Een alleraardigste man met wie ik 43 jaar lang contact heb gehouden.”

Dat de andere ontwerpers van Total Design in de publiciteit meer op de voorgrond traden, stak Bos, zegt Staal. „Hij liet soms blijken dat zijn rol als ontwerper niet altijd op de juiste waarde werd geschat.”

Dat merkten we bij de krant ook. Toen in 2010 een geschiedschrijving van de vormgeving van NRC Handelsblad verscheen, stuurde Bos allerlei documentatie op, waaruit bleek dat het niet zijn collega’s van Total Design waren die in 1970 het basisontwerp van de fusiekrant hadden gemaakt, maar hij. Ook de masthead, de naam van de nieuwe krant met het Lux et libertas-logo in het midden, was van zijn hand.

Bos publiceerde diverse boeken over het ontwerpvak, onder meer een lijvige geschiedenis van Total Design. Vlak voor zijn dood voltooide hij nog een monografie over collega Benno Wissing, een ontwerper die naar zijn smaak meer waardering verdient.

Grafisch ontwerper Ben Bos. Grafisch ontwerper Ben Bos. © Jochem Jurgens

Ben Bos drukte met zijn ontwerpen een onuitwisbare stempel op bedrijfsleven

Postuum Ben Bos (1930 - 2017)

Grafisch ontwerper Ben Bos is overleden. Bos (1930, Amsterdam) werkt vanaf de oprichting 1963 bij ontwerpbureau Total Design. Dit is het eerste moderne ontwerpbureau van Nederland door het samenvoegen van disciplines onder één dak, waaronder productontwerp, architectuur en grafische vormgeving. Tijdens 'Het Grote Avontuur', zoals hij zijn indiensttreding bij Total Design later noemt, ontwerpt Bos meer dan 120 logo's en huisstijlen, waarvan die voor uitzendbureau Randstad de bekendste is.

Door: Jeroen Junte 5 januari 2017, 14:30
 
Zijn kleurrijke maar heldere stijl heeft uitgesproken grafische elementen en een herkenbare typografie in strakke 'Zwitserse' letters. Met dit expressieve minimalisme drukt hij een onuitwisbare stempel op het Nederlandse bedrijfsleven tot zijn vertrek bij Total Design in 1991. Volgens eigen zeggen dankt Bos zijn pakkende stijl aan zijn directe invallen: "Al meteen bij de opdrachtomschrijving komt een idee op, als een fontein. Soms zelfs zo snel dat ik zelf ga twijfelen of het wel goed kan zijn. Maar het eerste idee is bijna altijd het beste."

VEELZIJDIG ONTWERPER

Het logo van uitzendbureau Randstad, ontworpen door Ben Bos. © ANP

Bos begint zijn loopbaan als copywriter voor meubelfabrikant Ahrend. In de avonduren schoolt hij zich om tot grafisch ontwerper aan de Rietveld Academie. Een van zijn docenten is grafisch ontwerper Wim Crouwel, die dan net Total Design is begonnen met en typograaf Benno Wissing en industrieel ontwerper Friso Kramer, die net als Bos voor Ahrend werkt. Bos is de eerste werknemer en heeft al snel een eigen afdeling. Total Design groeit uit tot het gezaghebbende ontwerpbureau van Nederland; Bos is er van 1972 tot 1980 directeur. Ook bekende ontwerpers als Jurriaan Schrofer, Anthon Beeke en Paul Mijksenaar werken dan bij Total Design, dat sinds 2000 Total Identity heet.

Bos is een veelzijdig ontwerper van kalenders, postzegels en later ook affiches voor maatschappelijke organisaties. Al vroeg in de jaren zeventig ontwikkelt hij de visuele identiteit van de nieuwe poldergemeente Dronten en later ook Capelle aan de IJssel. Hij is daarmee een pionier in city branding. Ook is hij betrokken bij de restyling van Het Parool en het Algemeen Handelsblad (nu NRC). Maar zijn voorkeur is altijd uitgegaan naar reclame en zakelijke opdrachtgevers als de Bijenkorf en Ahrend, waarvoor hij in de jaren negentig ook een bedrijfsmuseum opricht. Na zijn loopbaan bij Total Design werkt Bos als zelfstandig ontwerper. Ook blijft hij actief met het geven van lezingen en als oprichter en bestuurder van het Nederlands Archief Grafisch Ontwerpers (NAGO). Ben Bos is 86 jaar geworden.


Interview Ben Bos

Waarom heb je voor dit vak gekozen?
‘Ik heb voor het vak gekozen omdat ik ermee geconfronteerd werd toen ik als copywriter bij Ahrend werkte. Het was mijn opdracht om de stapels postordercatalogi van Ahrend drastisch te reduceren. Ik liet alle producten langskomen en omschreef ze zo effectief mogelijk, in zo min mogelijk woorden. Ik zat de hele dag te tikken en gaf mijn schrijfsels dan aan de collega die ze moest vormgeven. Toen ik zag wat hij deed, leek me dat veel leuker om te doen. Ik besloot om in de avonduren de opleiding “lay-out” te doen bij de Amsterdamse Grafische School. Ik slaagde na een jaar met lof en ging meteen verder naar wat nu de Rietveld Academie is. Vijf jaar lang ging ik elke avond naar school. Ik had daarnaast een fulltime baan en een gezin en kreeg hier en daar ook al wat kleine opdrachten, onder meer van docent Wim Crouwel die wel eens zei dat hij me niks meer kon leren.
Bij Ahrend had ik me van copywriter ontwikkeld tot conceptbedenker. Onze publiciteit was bijzonder innovatief en het leverde ons niet alleen commercieel profijt maar ook veel reclameprijzen op.
Op een dag werd ik gebeld door architect Edo Spier die me zei dat ik als art-director aan de slag kon bij het toen leidende reclamebureau Smits en dat ik daar het dubbele kon verdienen van bij Ahrend. Met dat bericht ben ik naar mijn chef gestapt en een uurtje later was ik art-director bij Ahrend en verdiende er wat Smits geboden had. Gemengde gevoelens … niemand bij Ahrend begreep wat de functie van art-director betekende. Ik legde uit dat ‘art’ gewoon kunst was, en dat director voor zichzelf sprak. Meteen was ik welkom geworden aan de lunchtafel met ‘het gezag’ en zat ik op de eerste rij bij Ahrend-evenementen. Na een tijdje vond mijn baas dat Ahrend Publiciteit een winstgevend bedrijfje kon worden en besloot daarvoor een andere art-director aan te trekken. Dat pikte ik natuurlijk niet en er ontstond een flink conflict.
In die tijd werd Total Design opgericht. Friso Kramer werkte ook bij Ahrend en die kende mijn mogelijkheden al. Wim Crouwel was mijn academiedocent en tevens parttime opdrachtgever. De derde beoogde ‘senior designer‘ was Benno Wissing en wij maakten kennis tijdens het oprichtingsoverleg. Met hem kon ik het erg goed vinden en ik heb enorm veel van hem geleerd. Ik werd de eerste medewerker van Total Design, werd aanvankelijk hoofd van alle assistenten, maar toen dat niet lekker werkte kreeg ik, naast de oprichters, mijn eigen team.
Al snel kreeg ik tal van de corporate identities op mijn bordje. Dat bleef lange tijd mijn uitgesproken specialisme. Ik denk dat ik ongeveer 120 logo’s en bedrijfsstijlen heb ontworpen.’

Hoe ging je te werk?
‘Ik heb een idiote gave – du moment dat ik geconfronteerd wordt met een project weet ik vrijwel meteen wat ik zal maken.
Ik analiseer de essentie, weet welk beeld daarbij hoort en schets eigenlijk nauwelijks. De logo’s ontstonden als vanzelf. Het merendeel is beeldend, de rest typografisch. Ik presenteer altijd maar één ontwerp aan de opdrachtgever. Dat was overigens ook een criterium dat we bij Total Design hanteerden: ontwerpen is het stapsgewijs doorlopen van een keuzeproces en de klant hoeft daar niet aan deel te nemen.
Ik heb uiteindelijk maar één keer in mijn carrière ervaren dat een ontwerp werd afgewezen. En hoe! Toen Randstad 50 jaar bestond wilden ze een variant van het logo dat ik in 1967 voor ze ontworpen had. Er was een nieuwe marketingmanager en die wees mijn voorstellen tot vijf keer toe af. Uiteindelijk zei de (lagere) publiciteitschef dat hij ’s avonds wel met zijn dochter aan de keukentafel zou gaan zitten om iets te bedenken. Dat heeft hij ook echt gedaan en dat beeld is toen gebruikt. Het was niet al te best, zal ik maar zeggen.’

‘De overgang naar het computertijdperk is vreemd verlopen. Bij Total Design werd een enorme ontwerpcomputer in gebruik genomen, lang voordat de Apple op de markt kwam. Ik zag het niet zitten om een cursus voor operator te volgen en ik heb mijn ontwerpen dan ook altijd op de vertrouwde ‘handmatige’ manier gemaakt. Onze operators zetten mijn werk dan om in computerbestanden. De enige eis die ik daarbij stelde, was dat mijn handschrift herkenbaar moest blijven. Dat is eigenlijk altijd goed gegaan. Ik liet anderen voorgaan in het investeren in apparatuur, software en vaardigheid.
Na mijn tijd bij Total Design ontmoette ik iemand die sindsdien mijn ontwerpen uitwerkt. Ik kan fantastisch met hem werken en hij weet precies wat ik wil. Ik dicteer mijn ideeën, zo nodig per telefoon. Als team zijn we razendsnel en hoogst effectief. Maar ik werk nu ook graag en veel met mijn vrouw Elly – zij is heel vaardig “op de toetsen”.’

Wat typeert je werk?
‘Tijdloosheid. Ik heb me altijd verre gehouden van welke trend dan ook. Verder is mijn werk “zonder ruis”. Ik vind de mogelijkheden tot gelaagdheid die de computer biedt te vaak leiden tot “artistieke” toevoegingen, die een heldere overdracht van de boodschap in de weg kunnen staan. Het gevaar is dat de ontwerper dan toch een beetje de kunstenaar uithangt. Het doet meer dan nodig (en gewenst) is. Ik streef naar directheid in een heldere beeldtaal. Ik ben het functionalisme en modernisme altijd trouw gebleven. Overigens met inbegrip van emotie en passie, als dat kan bijdragen. Als je die benadering goed weet te verwoorden straalt dat ook autoriteit uit. Ook tegenover de machtigste Captains of Industry, zoals de CEO’s vroeger genoemd werden. Het ging er mij bij klantcontacten altijd om dat het duidelijk was dat wij helemaal geen kunstenaars zijn, maar dienstbare leveranciers van toegevoegde waarde. Tenslotte spelen wij een spel met de centen van de opdrachtgever.’

Wat voor opdrachten deed je graag?
‘Ik ontdekte al heel snel dat corporate identities mij goed lagen. Binnen Total Design was Wim Crouwel daar minder in geïnteresseerd. Iedereen had zijn eigen specialismen en dit was het van mij. Ook Benno Wissing hield zich met huisstijlen bezig, maar hij verliet ons bureau in 1972. In die tijd kwamen er andere ontwerpers bij, onder wie Jurriaan Schrofer, Anthon Beeke en Paul Mijksenaar. Elk met een volstrekt eigen inbreng.
Corporate Identity was dus mijn sterkste kant en dat leidde dikwijls tot zeer duurzame werkrelaties. Ik was een (soms parttime) “Ahrend mens” van 1954 tot 2006. Hulp voor Onbehuisden hielp ik van 1956 tot 1991, bijna altijd zonder een rekening te sturen. Furness van 1968 tot 1996. Randstad deed ik van 1967 tot 1996.
Toen ik wegging bij Total Design bleef Randstad aanvankelijk bij hen. Ze verwachtten dat mijn team het wel van mij over zou kunnen nemen. Maar mijn voornaamste medewerkers hadden het bureau ook op dezelfde dag verlaten. Na twee jaar belde het hoogste gezag van Randstad mij op en bekende dat hij een misrekening was gemaakt. Ze gingen in de Verenigde Staten aan de slag en hij vroeg me om het bedrijf daar vorm te geven. Ik heb toen weer vijf jaar voor ze gewerkt. Als reizend consulent.’

Wat had je heel graag nog eens willen maken?
‘Wat ik het liefste zou doen is een luchtvaartmaatschappij aankleden. Ik heb een verleden met de luchtvaart. Als kind verzamelde ik van alles wat met luchtvaart te maken had en las er veel over. Ik heb bij de luchtmacht gezeten en ook een tijdje bij KLM gewerkt. Het was me met de paplepel ingegoten. Mijn vader moest na de Eerste Wereldoorlog de boekbinderij van zijn overleden vader overnemen en ging naar de Leipziger Messe om machines te kopen. Eenmaal daar besloot hij passagier te worden op een lijnvlucht naar Berlijn. Hij was daarmee een van de eerste Europeanen die als (enige) passagier meevloog in een voormalig militair tweedekkertje.
Ik heb een keer de kans gehad een ontwerp te maken voor een kleine chartermaatschappij van een buurman, maar dat is uiteindelijk niet doorgegaan.
Bij de lancering van de supersine Concorde was Air France ook bij Total Design gekomen om een gooi naar de opdracht te doen. We maakten een sterke presentatie, maar werden niet gekozen ‘omdat we geen coloriste in dienst hadden’. Alsof die nodig zou zijn voor de specificatie van de Franse driekleur… Het feest ging niet door. Vals spel.
Maar mijn diepste wens nu is een monumentaal boek te realiseren over mijn fabelachtige collega Benno Wissing – waarmee ik helemaal terug-bij-af ben: als schrijver/ontwerper.’














Geen opmerkingen: